Page 23 - flemenkce
P. 23
LESSON 2
2. SOORTEN EN METHODEN VOOR
VERMICOMPOSTERING
Leerresultaten
➢ De stagiair kent de schaalafhankelijke methodes/alternatieven in
vermicompostproductie.
➢ De stagiair legt uit aan welke eisen een batch/statisch systeem moet voldoen.
➢ De stagiair legt uit aan welke eisen een continusysteem moet voldoen.
➢ De stagiair kent de voor- en nadelen van een batch/statisch systeem en een
continustroomsysteem.
➢ De stagiair analyseert de superioriteit van het batch/statisch systeem en het continuous
flow systeem ten opzichte van elkaar.
➢ De stagiair past de toepassingseisen voor de bed/pile methode aan.
➢ De stagiair past de toepassingseisen voor de putmethode aan.
➢ De stagiair past de toepassingseisen voor de afvalbakmethode aan.
➢ De stagiair analyseert de superioriteit van de bed-, put- en bakmethode ten opzichte
van elkaar.
➢ De stagiair analyseert toepassingsmethoden in termen van productietijden.
➢ De stagiair ontwerpt het vermicompostproductieproces dat geschikt is voor fysieke
omstandigheden, klimatologische eigenschappen en kosten.
Instructies voor de trainer
➢ De trainer brengt technische informatie over vermicompostproductietypen en -
methoden over op de cursisten met een pedagogische aanpak door middel van
presentatie (verhalende techniek).
➢ De trainer legt de soorten vermicompost uit, namelijk batchgewijze vermicompostering
en continue vermicompostering, met behulp van geschikte visuals.
➢ De trainer legt de vermicompostproductiemethoden uit, namelijk de paal-, kuil- en
bakmethode, aan de hand van geschikte visuals.
Basisvereisten: Computer, projector
15